top of page

NIKS

‘Het wordt toch niks!’ ‘Allemaal leuk die steun, maar straks staan we toch weer met lege handen.’ ‘Dacht je nou echt dat die lui in Den Haag het ook maar iets interesseert?’ ‘Weet je wat we er straks bijkrijgen? Een doos Merci!’

Zomaar wat uitspraken van collega’s de afgelopen tijd. Niet iedereen is overtuigd van een goede afloop. Niet iedereen ziet het gebeuren dat ze in Den Haag over de brug komen. Niet iedereen voorziet daadwerkelijk een verandering. En dat is begrijpelijk. In Den Haag zijn ze altijd terughoudend als het om extra geld uitgeven gaat. En ook dat is begrijpelijk.

Die uitspraken doen me echter wel denken aan de laatste Tweede Kamerverkiezingen. Ook toen waren er veel mensen die zich lieten verleiden tot dergelijke negatieve uitspraken: ‘Ze doen toçh wat ze willen!’ ‘Ze luisteren toch niet naar de gewone man!’ ‘Stelletje zakkenvullers, dat zijn het!’

De onvrede was ook toen groot en het resulteerde in stemgedrag dat ervoor heeft gezorgd dat er op dit moment vanuit de politiek nog weinig aandacht is voor onze problemen.

Natuurlijk voorzie ik ook dat men in Den Haag, als er straks een nieuw kabinet is, moeilijk gaat doen over onze eisen. De meevallers in de begroting vallen tegen en iedereen wil van wat er overblijft graag ook een graantje meepikken. Wij, mensen uit het basisonderwijs, snappen dat best. We zijn niet achterlijk. Net als vele andere landgenoten zien wij echter wel het doemscenario wat er voor ons ligt: gigatekorten aan leerkrachten, met als uiteindelijk gevolg een totaal ontregeld land. En dat snappen ze in Den Haag blijkbaar niet. Zijn ze daar achterlijk?

Nu moeten wij doen waar wij, onder andere, goed in zijn: uitleggen. Uitleggen wat het voor Nederland betekent als er geen goed onderwijs meer gegeven kan worden. Wat het betekent voor werkende ouders als ze zelf weer hun kroost moeten opvangen. Wat het betekent voor de economie en de positie van ons land in de wereld. En zeker niet als laatste, wat het betekent voor de ontwikkeling van toekomstige generaties.

Maar als we dus ergens voor gaan, dan gaan we er ook voor. Toch? Die instelling past bij onze beroepsgroep. En meestal doen we dat voor het belang van een ander, of voor het algemeen belang. Al lijkt het misschien dat we het nu voor ons zelf doen, in Den Haag moet duidelijk gemaakt worden dat dit eigenbelang in het landsbelang is. We zullen deze bewering steeds maar weer in de spotlights moeten zetten, net zolang tot het tot de gewenste maatregelen leidt.

Negativisme kunnen we hier niet bij gebruiken. Het zal onze positie alleen maar verzwakken, met alle desastreuze gevolgen van dien.

‘We krijgen het voor elkaar!’ ‘Als je zoveel steun krijgt, dan moet er wel iets gaan gebeuren!’ ‘In Den Haag kunnen ze er niet meer omheen!’ ‘Wij gaan straks naar Den Haag met een doos Merci, omdat ze daar zo goed hun best hebben gedaan om het land van de ondergang te redden.’

Het is en blijft belangrijk dat we uitgaan van een positief eindresultaat. Je moet geloven in de rechtvaardigheid en de noodzaak van onze eisen. Je moet ervan overtuigd zijn dat die maatregelen er zullen komen. Het is zoals Nelson Mandela ooit zei: ‘Het lijkt altijd onmogelijk tot het is verwezenlijkt.’

bottom of page