top of page

BANG

Ik ben bang. Klinkt wel raar voor een stoere meester, maar echt, ik ben bang. Nee, niet bang in het donker of voor de inspecteur. Ook niet omdat mijn baan op de tocht staat. Nee, ik ben bang voor het vervolg van onze actie. Blijven we met z’n allen er vol achter staan? Kunnen we blijven rekenen op brede steun?

Nu we bijna allemaal met enorm veel enthousiasme aan de stiptheidsactie hebben meegedaan,

kunnen we, ondanks de bemoedigende woorden van Lodewijk Asscher, niet achterover leunen en wachten tot de gewenste maatregelen door de politiek genomen worden. Er is nog een lange weg te gaan, zeker als we de woorden van Sander Dekker goed tot ons laten doordringen. De staatssecretaris zoekt de oplossingen liever in zaken die geen geld kosten. En laat een simpele onderwijzer het nog maar eens uitleggen: voor een salarisverhoging heb je echt wel geld nodig!

Zoals ik al zei, ik ben bang dat onze actie aan kracht zal inboeten. En daar zijn meerdere redenen voor.

Ten eerste zijn er collega’s die zich realiseren dat bij een volgende, echte, stakingsactie het salaris wordt ingehouden. Actie voeren is goed, maar als het geld gaat kosten, ook al is het voor het goede doel, dan is de actiebereidheid gelijk een stuk minder. Begrijpelijk, want zoals bekend is ons salaris niet van het niveau dat je een paar dagen inkomsten kan missen. Maar misschien kunnen de bonden hierin wat voor hen betekenen.

Die bonden omarmen nu wel heel makkelijk onze argumenten, maar we mogen ze eigenlijk best wel laksheid verwijten. Persoonlijk vind ik dat ze in het verleden veel te weinig hebben gedaan om het vak aantrekkelijk te maken. Maar los van die kritiek, het blijft een feit dat lidmaatschap van een bond nog wel enige financiële verlichting kan geven d.m.v. een stakingsuitkering. Ik heb even contact gezocht met de AOB hierover, maar ook collega’s die zich nu nog opgeven als lid, zullen in september volledig mee kunnen profiteren van de gelden uit een stakingskas, als er dan sprake zou zijn van een stakingsperiode.

Ten tweede komt de zomervakantie eraan. Iedereen in het basisonderwijs is daar aan toe. Het was weer een jaar hard buffelen en de zes weken bruto vakantie zijn weer hard nodig om de accu op te laden. Even netto vier weken geen school aan je hoofd zal daar zeker aan bijdragen. Onze actie zal dan terug gaan naar de waakvlam. Die zes weken zal er ook in de pers minder aandacht zijn voor onze problemen.

Ten derde is er een punt van verzadiging bereikt, dat, als we niet oppassen, averecht kan gaan werken. Er is zoveel berichtgeving geweest over de actie dat de gemiddelde Nederlander het nu wel welletjes vindt. Net als het oorlogsgeweld in het Midden-Oosten, of de hongersnood in Afrika, wordt de berichtgeving over de ‘klagende meester en juffen’ alledaags nieuws. En dit soort nieuws raakt je (bijna) niet meer. Je zapt weg, slaat de berichten op teletekst, internet en de krant over. Erger nog: er kan irritatie ontstaan. Ik moet eerlijk bekennen dat dat ook bij mij al het geval is. Al die berichten op Facebook en Twitter; ik lees ze niet meer allemaal. En dan ook nog eens een keer zo’n blog…

We moeten wat om onze actie op temperatuur te houden, om ervoor te zorgen dat we in augustus, september er weer volop voor kunnen gaan en we weer de volledige aandacht hebben.

Ik stel een vakantieactie voor onder de naam #poopvakantie. Laten we, vooral ook met humor de aandacht op ons gevestigd houden, door te laten zien wat we allemaal in die vakantie voor school doen. Plaats vanaf vrijdag 7 juli ,wanneer de eerste scholen vakantie krijgen, een foto op social media met een kort toepasselijk zinnetje en natuurlijk #poopvakantie. Uiteraard horen daar ook serieuze dingen bij zoals verhuizingen, lekkage, brand, herinrichting etc., maar ook je klas uitmesten, de kasten een likje verf geven, de pc’s opschonen en ga zo maar door. Maar laat er vooral veel humor in zien, dat trekt meer kijkers en lezers en zal daardoor makkelijk de sympathie voor onze actie in leven houden. Laat #poopvakantie deze zomer een trending topic worden.

bottom of page